Rond vier uur vanochtend werd ik zomaar wakker, en ik kon niet meer in slaap komen. En omdat ik altijd automatisch even uit het raam kijk, had ik al gezien dat het kraakhelder was. Om half vijf ben ik heel voorzichtig naar beneden geslopen (als de kleine wakker zou worden zou het feest voorbij zijn) en direct de gemodde 130mm Newton buiten gezet. Die stond vanwege het geknutsel van gisteren al helemaal opgesteld en gecollimeerd in de huiskamer, dus dat was een kwestie van optillen en buiten zetten.
In de tijd dat de kijker afkoelde heb ik me geruisloos in het donker aangekleed. Toen ik mijn oculairenkoffertje van mijn rommelkamertje haalde stootte ik mijn teen nog tegen een TAL-zuil. Ik vloekte fluisterend. Uit de kinderkamer klonk wat gestommel. Ik bleef stokstijf en doodstil staan. Geen geluiden meer: oef! Voorzichtig weer naar beneden en de tuin in.
Het was prachtig transparant. Ik zag achter de boomtakken nog wat licht van de lage Maan, maar dat kon niet lang meer duren. Ik wist dat ik na Maansondergang nog een uurtje astronomische duisternis zou hebben. -popel-
M42 stond vrij hoog in het zuiden en was dan ook het meest logische startpunt. En weer verbaasde het kleine kijkertje me. Wat een detail! Natuurlijk het trapezium, maar ook de twee heldere vleugelpunten knalden eruit. Ook de derde uitloper (het Pteranodonklauwtje) was goed te zien. M43 was mooi te zien als zwakke ronde nevel met één afgeplatte kant. Tegenover M43, achter de vleugels en het helderste deel was in M42 ook een weelde aan detail te zien, het meest bij 81x i.c.m. een UHC-filter. Veel warrige nevelplukken en de “rechte hoek” van het heldere kerngebied kwam mooi uit. De vleugelpunten sloten zich niet maar tussen de vleugels was zeker tot aan die zuid-oostelijke heldere ster neveligheid zichtbaar. Ik heb zeker drie kwartier naar de Orionnevel gekeken bij verschillende vergrotingen, dus ik had niet veel tijd meer over voor andere objectjes voor het zou gaan schemeren.
Ik heb daarna dus voornamelijk langs de bekende objectjes gezwiept: M1, M35, De drie Voermannetjes, NGC 1647 (perfect in zo’n klein kijkertje), de Pleiaden met zeeer zwak maar toch onmiskenbaar de brede, licht uitwaaiende veeg van de Meropenevel! Helemaal tevreden zag ik de lucht langzaam wat blauwer worden in het oosten.
Door naar Jupiter: een genot om te bekijken. Hij stond al vrij laag (zo’n 25 graden in het westen) maar de seeing was prima, bij vlagen zelfs erg goed. Tot 200x vergroten was met de nieuwe focuser geen probleem meer. Omdat de kijker door de Crayford nu eindelijk zijn collimatie behoudt was het beeld duidelijk scherper dan laatst in Kollase. Ganymedes was zelfs zichtbaar als een terracottakleurig bolletje!! Nu wordt me pas duidelijk dit gewoon een heel erg prima kijkertje is, dat gekke Chinese ding. Op Jupiter zelf de twee donkerbruine golvende equatoriale banden met wat donkere veegjes erin, maar ook (voor het eerst met dit kijkertje) zeer smalle bandjes ten noorden van de Noordelijke equatioriale band. En scherp jonge! Mooi mooi mooi! Jammer dat de Grote Rode Vlek niet zichtbaar was.
En toen was het tijd voor een flinke mok koffie! Ik heb deze nacht niet veel slaap gehad, maar dit was toch beter dan uitslapen!