Maandelijks archief: januari 2016

Maanschets: Kraterduo Aristillus en Autolycus

Schets_Aristillus_Autolycus_20160118_grootAlweer een heldere avond! En met de Maan lekker hoog in het zuiden betekende dat maar één ding: naar buiten met die ouwe Rus. Om 19:45u zat ik al in de achtertuin om net als de dag ervoor een maanschets te maken met de TAL 150mm. De seeing was uitstekend, maar de temperatuur lag wel behoorlijk onder het vriespunt. Gelukkig had ik me goed aangekleed met twee truien, een skibroek en houten klompen, dus het was goed vol te houden.

Deze keer heb ik een tekening gemaakt van twee grote, relatief jonge kraters naast elkaar: Aristillus en Autolycus. De grootste van de twee is Aristillus (55km) een licht hoekige krater met een gelaagde wand en een hele familie centrale bergjes op de kratervloer – ik telde er maar liefst zeven! Ook goed te zien was het stralenstelsel om de krater heen, ontstaan door wegvliegend puin na de inslag. Aan de westkant (linksboven in de tekening) is een ovaal deukje in de kraterrand te zien. Een kratertje?
Pal ernaast ligt Autolycus (39km), wat ronder dan Aristillus. Ze lijken erg op elkaar maar eigenlijk heeft Autolycus van alles minder dan Aristillus: minder gelaagde wand, geen centrale berg en geen stralenstelsel. Ook deze krater heeft een klein deukje in de westelijke kraterrand – Autolycus A, een echt kratertje van 4km doorsnee.

Leuk weetje: de kleine Russische ruimtesonde Luna 2 stortte (zoals bedoeld) in 1959 neer net ten westen van Autolycus. Het was het allereerste door mensen gemaakte object wat het maanoppervlakte bereikte. Een Hongaarse astronoom meldde zelfs de inslag te hebben gezien…

Anderhalve maanschets: Hyginus en de zuidpool

Schets_Hyginus_20160115_grootVanwege slecht weer de afgelopen tijd heeft het heel lang geduurd voordat ik mijn nieuwe TAL 150P8 eindelijk eens kon inzetten voor een maantekening. Gisteren klaarde het echter aan het eind van de middag helemaal op, en al in de avondschemering stond de kijker in de achtertuin op de Maan gericht, die toen nog vlak boven het dak stond. Het Russische volgmotortje ratelde tevreden en ik kon alvast een gebiedje uitzoeken dat ik iets later kon gaan schetsen.

Een bijzonder object viel al snel op: de kleine krater Hyginus (11km) en de bijbehorende rillen staken mooi scherp af tegen de omgeving door de laagstaande zon. Het was goed te zien dat Hyginus geen krater is zoals de meeste anderen. Een beetje hoekig en zonder opstaande rand, terwijl de meeste inslagkaters een hogere kraterrand hebben en mooi rond zijn. Echt een kuil in het landschap – het verschil met een normale krater was goed te zien doordat een klein inslagkratertje vlakbij lag. Hyginus is dan ook helemaal geen inslagkrater, maar een kuil hallufontstaan door vulkanisme. De diepe groeven (Rimae Hyginus) van samen meer dan 200km lang zijn waarschijnlijk ingestorte lavatunnels. Over een groot deel van de lengte van deze oude lavatunnels waren met heel veel moeite een paar kleine (vulkaan-)kratertjes te zien.

Nadat ik dit gebiedje had geschetst ben ik begonnen aan een tweede schets van een kraterrijk gebied nabij de zuidpool van de Maan. Na een half uurtje trok het wolkendek helaas helemaal dicht en begon het zelfs te sneeuwen. Deze tekening (zie rechts) is helaas dus maar voor de helft af…

Schets en animatie: Pluto vanaf La Palma

Schets_Pluto_20150811Tijdens mijn waarneemweek op La Palma afgelopen zomer ben ik drie nachten met mijn 35cm telescoop naar de hoogste bergtop gereden en steeds zette ik de kijker direct na zonsondergang op. De tijd tussen het opstellen en de échte astroduisternis vulde ik voornamelijk met het bekijken van Saturnus (allemachtig wat is die seeing daar goed), maar ook met het opzoeken van Pluto – voor mij gek genoeg de allereerste keer dat ik deze dwergplaneet heb waargenomen, net een paar weken na de flyby van New Horizons.
De eerste avond heb ik het sterrengebied waar Pluto zich in bevond geschetst en een piepklein stipje op de juiste plaats gezet. Het viel me eigenlijk nog best tegen hoe zwak het stipje was: magnitude 14 blijft ook in een 35cm erg weinig. De twee andere avonden heb ik het dwergplaneetje opnieuw in dezelfde tekening aangegeven. De verplaatsing was zo erg goed te volgen. Erg leuk om te doen, trouwens!
Ik heb van de tekening ook een eenvoudige GIF-animatie gemaakt, waarbij ik bij elk van de 3 frames steeds 2 Plutootjes heb weggegumd – de duidelijkste manier om de verplaatsing weer te geven:

Pluto(1)

Een verhaal met twee staartjes: komeet Catalina

Schets_Komeet_Catalina_20160111_625px-2

Op dit moment is er een mooie, vrij heldere komeet zichtbaar aan de ochtendhemel met de officiële naam C/2013 US10 (Catalina). Het leuke aan deze komeet is dat hij niet één, maar twee staarten heeft – een gasstaart en een stofstaart. Vanochtend heb ik ruim vóór mijn ochtenddienst de wekker gezet om hem na weken bewolking eindelijk eens te bekijken. Om half vijf stond de pas gebouwde 20cm Propdob Nano al opgesteld in de tuin om tijdens een brede opklaring de komeet te spotten. Vanwege de helderheid van magnitude +6 (dat is trouwens ruim binnen het bereik van een verrekijker) was hij al heel snel gevonden. Perifeer was de breed uitwaaierende stofstaart direct te zien, richting zuidwest. Pas na een tijdje geconcentreerd kijken zag ik ook de tweede, ijlere en smallere staart richting het noordwesten. De twee staarten maakten een onderlinge hoek van ongeveer 120 graden. Leuk!

 

Propdob Nano: een ultrakleine 20cm reistelescoop

roel_telescope_dobson Al een aantal jaartjes zijn we hier thuis aan het sparen voor een roadtrip/eclipsreis naar Amerika in augustus 2017. De route en de te bezoeken plekken zijn in grote lijnen wel bepaald, maar één belangrijk ding was nog niet geregeld: de reistelescoop… Ik heb natuurlijk de 14” kofferdobson, maar dat vind ik voor zo’n reis een beetje te veel van het goede – er blijft weinig ruimte en gewicht over voor andere bagage. Bovendien wil ik ook wat cameraspulletjes meenemen om de verduistering te fotograferen. Daarom heb ik besloten om voor het visuele waarnemen een supercompacte en lichtgewicht reistelescoop te gaan bouwen.

Waarom een 20cm f/4?

Iedereen heeft zo zijn persoonlijke voorkeuren, maar voor mij moest de kijker in ieder geval aan de volgende voorwaarden voldoen:

  • Minimaal 20cm opening. Ik wil naast de eclips ook lekker deepsky gaan bekijken tijdens de trip. Melkwegzwiepen in de woestijn….
  • Klein, klein, klein. We maken de reis met een camper en om eventuele verlichting of hordes eclipstoeristen op kampeerplaatsen te ontvluchten moet het kijkertje extreem mobiel zijn. Dus alles moet in een rugzakje mee te nemen zijn en liefst niet zwaarder dan een kilo of 5 á 6. Ook leuk voor brommertripjes zoals die naar het Limburgweekend vorig jaar: kijkertje in de rugzak en vrroem!
  • Hufterproof. Het zou kunnen dat het niet zo handig is om hem als handbagage mee te nemen (we hebben het hier namelijk wel over vliegen naar de USA) en dus moet ik het ding zonder zorgen durven inchecken. Geen gerammel, fragiele randondersteuning of losliggend spul dus.
  • Liefst te gebruiken zonder waarneemkrukje of kratje. Als ik moet klauteren over rotsen (of moet rennen voor triggerhappy rednecks) wil ik beide handen vrij hebben. Ideaal zou het dus zijn als ik op de grond zittend comfortabel door het oculair kan kijken. Maximale bouwlengte dus 85cm.
  • Stevig en collimatievast! Dus liever een ietsiepietse groter en zwaarder pakketje dan achteraf een wiebelige of windgevoelige kijker. Klein is leuk, maar niet tegen elke prijs.

Uiteindelijk kwam ik al snel uit bij een ontwerpje voor een 20cm f/4 kofferdob. Een kijker van 20cm is voor mijn gevoel de “grootste kleine telescoop” of de “kleinste grote telescoop”, een superveelzijdige maat. De openingsverhouding f/4 is vooral gekozen vanwege de inkijkhoogte. Met je kont op de grond! (of met de kijker op een stoel en je kont op een even hoge stoel natuurlijk) Lees verder