Alweer een heldere avond! En met de Maan lekker hoog in het zuiden betekende dat maar één ding: naar buiten met die ouwe Rus. Om 19:45u zat ik al in de achtertuin om net als de dag ervoor een maanschets te maken met de TAL 150mm. De seeing was uitstekend, maar de temperatuur lag wel behoorlijk onder het vriespunt. Gelukkig had ik me goed aangekleed met twee truien, een skibroek en houten klompen, dus het was goed vol te houden.
Deze keer heb ik een tekening gemaakt van twee grote, relatief jonge kraters naast elkaar: Aristillus en Autolycus. De grootste van de twee is Aristillus (55km) een licht hoekige krater met een gelaagde wand en een hele familie centrale bergjes op de kratervloer – ik telde er maar liefst zeven! Ook goed te zien was het stralenstelsel om de krater heen, ontstaan door wegvliegend puin na de inslag. Aan de westkant (linksboven in de tekening) is een ovaal deukje in de kraterrand te zien. Een kratertje?
Pal ernaast ligt Autolycus (39km), wat ronder dan Aristillus. Ze lijken erg op elkaar maar eigenlijk heeft Autolycus van alles minder dan Aristillus: minder gelaagde wand, geen centrale berg en geen stralenstelsel. Ook deze krater heeft een klein deukje in de westelijke kraterrand – Autolycus A, een echt kratertje van 4km doorsnee.
Leuk weetje: de kleine Russische ruimtesonde Luna 2 stortte (zoals bedoeld) in 1959 neer net ten westen van Autolycus. Het was het allereerste door mensen gemaakte object wat het maanoppervlakte bereikte. Een Hongaarse astronoom meldde zelfs de inslag te hebben gezien…