De afgelopen weken ben ik bezig geweest met het plannen van een tripje naar Berlijn. Niet met de auto of de trein, maar… op mijn oude bromfiets, een Honda CD50 uit 1972! Hoewel dit een oerdegelijk en betrouwbaar apparaatje is, is de afstand Deventer-Berlijn-Deventer natuurlijk wel iets anders dan naar het werk op en neer.
Ik ben dus flink bezig geweest om de brommer tiptop in orde de brengen (nieuwe tandwielenset, nieuwe banden, oliewissel, remschoenen enz.) en heb een paar lange testritten gemaakt met een speciaal hiervoor geknutseld aanhangertje: een lichtgewicht eenwielertje voor reserve-onderdelen, gereedschap en slaapspullen. Natuurlijk gaan er altijd alleen die dingen kapot die je niet mee hebt genomen, maar ik heb dan in ieder geval mijn best gedaan…
Komende woensdagochtend zal ik vertrekken en als alles goed gaat verwacht ik donderdagavond na twee etappes van ongeveer 300km in een smoezelig maar goedkoop hotel (zuunige Holländer!) in Berlijn aan te komen. Daar zal ik een volledige dag rondrijden-/hangen om vervolgens zaterdag door te rijden naar Kollase, een piepklein gehuchtje bij de Lűneburger Heide om daar het Pinksterweekend met familie en vrienden rondom het kampvuur te zitten. En dan maandag en dinsdag weer in twee etappes terug naar Deventer. Een totale afstand van zo’n 1300km! Dat is het plan, maar je weet natuurlijk nooit wat je onderweg allemaal tegen- /overkomt…
Een aantal mensen heeft mij gevraagd of ze mijn tripje ook ergens kunnen volgen, en hoewel dit eigenlijk een sterrenkunde-blog is leek me het wel een handig en makkelijk bereikbaar plekje om onderweg wat foto’s te plaatsen. Voor wie het leuk vindt: kijk de komende week af en toe op deze site voor updates. (Onder voorbehoud, want misschien heb ik onderweg wel helemaal geen tijd, zin of voldoende internetverbinding om elke dag iets te plaatsen!)
Dag 1. Jetzt geht’s los!
Direct nadat ik Deventer uitreed begon het tegen alle voorpellingen in… te regenen. Jawel, eerst een beetje gemiezer, maar bij Denekamp kwam het zelfs even met bakken naar beneden. Ik heb daar een half uurtje in een bushokje geschuild, maar daarna kwam het zonnetje tevoorschijn en kon ik mezelf richting Nordhorn weer droogrijden. Ergens bij Diepholz heb ik een pauze in het bos gehouden waar ik mijn laatste natte spullen (sokken) mooi te drogen kon hangen in de zon:
Uiteindelijk ben ik na 325km brommen in een “hooihotel” in Langlingen (net voorbij Hannover) beland, en vanavond slaap ik hier dus in het hooi. Fotootje uploaden lukt helaas niet vanwege de brakke verbinding, maar geloof maar dat ik het prima voor elkaar heb met een paar koude Radebergers in de koelkast. Het brommertje doet het trouwens perfect en heeft geen enkele moeite met het aanhangertje.
Morgen een beetje uitslapen en dan 250km naar Spandau, een voorstadje van Berlijn.
Dag 2: De DDR in.
Omdat gisteren de gemiddelde snelheid wat hoger lag dan verwacht, heb ik vanochtend lekker rustig aangedaan en ben ik pas om een uurtje of 10 uit Langlingen vertrokken. Echt spectaculair was het landschap het eerste stuk niet te noemen, maar een paar kilometer na de Volkswagenfabrieken in Wofsburg merk je dat je een “ander” gebied inrijdt, een beetje zoals van Vlaanderen naar Wallonië. En als je dan een paar huizenblokken zoals deze ziet:
…dan weet je: je bent in de voormalige DDR. In verschillende dorpjes kom je ze nog tegen, tussen de oude vakwerkhuisjes ineens zo’n 3 verdiepingen betondoos, op de gekste plekken. Het is een interessant gebied om doorheen te rijden, alhoewel de wegen toch wel wat minder zijn: het aanhangertje stuitert soms achter de brommer aan (xxl kinderkopjes!), en bij een pauze bleek zelfs dat ik door het getril mijn linker achterknipperlicht verloren ben!
Maar dat mag de pret niet drukken, want zoals je ziet was de route geweldig en na 250km ben ik dan toch aangekomen bij Hotel & City Camping in… Berlijn!! Morgen de stad in.
Dag 3: Over de Muur
Vandaag de hele dag in Berlijn-stad geweest, zonder aanhangertje – die kon mooi in de hotelkamer achterblijven, dus lekker wendbaar in het drukke stadsverkeer. Ik had verwacht nog wel wat Trabantjes en Simson Schwalbes te zien, maar dat viel tegen. Misschien 3 Trabi’s, gehuurd door toeristen en welgeteld 1 Schwalbe (met een wonderschone bestuurster erop, dat wel). Ook in Berlijn rijden ze tegenwoordig allemaal op Vespa’s…
De eerste stops waren wat bekende en vooral minder bekende overblijfselen van de Berlijnse muur. Er is namelijk verbazingwekkend weinig van over en naast een paar overbekende (en daardoor druk bezochte) delen staan er ook nog een paar verborgen restanten in struikjes, in achterbuurten en dergelijke. En met een brommertje kan je natuurlijk overal komen…
Daarnaast heb ik nog een bezoek gebracht aan het natuurhistorisch museum, iets wat van kinds af aan al op mijn verlanglijstje staat, en eigenlijk dé reden voor mij om naar Berlijn te komen. In dit ‘Museum fűr Naturkunde’ zijn een paar van de beroemdste fossielen ter wereld te zien: het mooiste Archaeopteryx-fossiel, een grotendeels complete Brachiosaurus (13m hoog!), een Tyrannosaurus rex, enz. enz. Ik heb alleen in de hoofdzaal al een uur of twee rondgekeken, een compleet walhalla voor de dino-liefhebber. Ook de rest van het museum is prachtig, lekker ouderwets met rijen houten vitrinekasten vol mooie fossielen. Heerlijk!
Vervolgens de resterende uurtjes nog langs wat bekende gebouwen gereden, zoals de enorme DDR zendtoren de Fernsehturm, de Rijksdag en natuurlijk de Brandenburger Tor!
Uiteindelijk heb ik zelfs binnen Berlijn een flinke afstand gereden, zo’n 55 kilometer. Ook veel opmerkingen en vragen gekregen over de brommer. Aan het kenteken te zien kwam hij niet uit Duitsland, dus mensen wilden wel even weten waar ik met dat ding vandaan kwam… Kortom: zeker 5 keer voor gek uitgemaakt vandaag. Nice!
En morgen weer een lange-afstandrit (200km), naar Kollase!
Dag 4: Im Wendland gibt’s alles!
Vandaag de rit naar het (voor mij) overbekende Kollase, een piepklein gehuchtje tussen de Lüneburger Heide en rivier de Elbe, waar jaarlijks een sterrenkijkweekend wordt georganiseerd. De rit er naartoe vanaf Berlijn is voor brommerrijders geen pretje: het is één en al klinkerwegen, kinderkopjes en asfalt-met-gaten. Het aanhangertje (en mijn bips) hadden het zwaar. Hoe verder je echter naar het westen rijdt, hoe beter het wordt. Een welkome tussenstop was een bezoek aan Kampehl, een klein dorpje halverwege. In het kerkje aldaar is de mummie van ‘Ritter Kahlbutz’ te zien, een 314 jaar geleden overleden ridder. Er hangt een complete legende omheen en volgens de gids zou de wetenschap ‘nog steeds geen enkele verklaring hebben’ voor zijn natuurlijke mummificatie… Uit beleefdheid ben ik de discussie maar niet aangegaan.
De man ligt in een kist met glazen deksel en is goed van zeer dichtbij te bekijken.
Tussenstop 2 was bij de ‘Dömitzer Eisenbahnbrücke’ een spoorbrug over de Elbe van bijna 150 jaar oud die in de 2e wereldoorlog verwoest werd. Omdat direct na de oorlog Duitsland opgedeeld werd in Oost en West is de brug nooit hersteld en het werd daarom al snel een symbool van de Duitse opsplitsing. Eén lang deel in de uiterwaarden van de westoever is nog bewaard gebleven en staat nog steeds als een doelloze roestige brug in het landschap. Vandaag de dag is het een momument en echt een bezoekje waard!
En rond 16:00 kwam ik in Kollase aan! (foto: Steven Lantinga)
Dag 5: Kollase!
Hooihotel Gut Kollase is een soort tweede thuis voor mij, ik kom er al meer dan 10 jaar! Maar mijn vrouw en kind zijn er nog nooit geweest, en dat moest maar eens veranderen. Een stel andere Kollase-gangers dacht daar hetzelfde over en zo onstond het idee voor een ‘Kollase Familien Edition’. Helaas moest één gezin afhaken vanwege een gebroken sleutelbeen, maar met 8 man totaal was het toch een mooi groepje. Zaterdag ben ik samen met twee kinderen en mijn waarneemmaatje/surrogaatbroer Steven naar Govelin gereden, één van de allerlaatste plekken waar de superzeldzame roggelelie nog voorkomt. Deze bloeit in weliswaar juni, maar we moesten het toch even proberen. Uiteindelijk veel vuurstenen, beestjes en een heupbot van een ree(?) gevonden, maar helaas geen roggelelies. De omgeving zelf maakte veel goed: glooiende roggevelden en een strakblauwe lucht.
Hierna natuurlijk weer pizza’s gegeten bij Hans Christian (ook een traditie bij ieder Kollase-bezoek), en ’s avonds laaide het kampvuur naast het hooihotel weer hoog op. Andreas kwam speciale biertjes langsbrengen, er kwam toch nog een telescoopje naar buiten, en ook de whisky vloeide weer rijkelijk. Kollase zoals we het kennen!
Dag 6: Rückfahrt…
De laatste dag van de trip. Na een ontbijtje in de zon alle spullen weer in het aanhangertje gestopt en aan het eind van de ochtend reed ik richting de laatste tussenstop: het voormalig concentratiekamp Bergen-Belsen, niet eens zo heel ver van Kollase vandaan. Van het kamp zelf is behalve wat fundamenten niks meer over, maar het is een bizar idee om op zo’n beladen plek rond te wandelen (het kamp is nu een vrij toegankelijk park, met museum). Bordjes met daarop aangegeven waar het crematorium stond, massagraven met duizenden doden. Goed herkenbare punten zoals een waterput (dezelfde die je zojuist op een gruwelijke foto in het museum zag) maken het een heel vreemde plek om zelf te staan. Er was bijna niemand in het hele park, en dat gaf een sfeertje wat ik niet zo snel zou vergeten. Ik heb er bijna 2 uur rondgelopen.
Tijd voor het laatste stuk rijden.
Ik was oorspronkelijk van plan om het stuk Kollase – Deventer (400km) in twee etappes te rijden met een overnachting halverwege, maar na een uurtje toeren dacht ik dat gewoon meteen doorrijden naar huis best haalbaar zou zijn. De TomTom gaf aan dat ik dan rond 21:30u in Deventer aan zou komen. Vermoeiend, maar best te doen volgens mij. En inderdaad, dat ging eigenlijk prima. Lekker doorrijden op de Bundesstrassen, en om een uurtje of 8 was ik al in Nordhorn aan de grens. Nog twee uurtje tuffen in de avondschemering en precies om 22.00u was ik weer thuis.
Ik heb net berekend dat ik de afgelopen dagen meer dan 1300km heb gereden, en ongeveer 33 uur netto op de brommer gereden heb. Afgezien van het losgetrilde knipperlicht heb ik geen enkel probleem met de brommer gehad en het oude beestje loopt nog net zo mooi als toen ik vorige week vertrok. Ook grappig: omdat het bromfietsje superzuinig is, en je op de Duitse wegen mooi kan doorrijden, lag het verbruik op 1:45. Dat betekent dat ik de hele vakantie maar 29 liter benzine heb verstookt, en dat me dat dus maar 43 Euro heeft gekost.
Hulde voor meneer Honda!
doot henig an,veel plezier.
Dappere trip.
Knap werk trouwens die zelfgebouwde aanhanger .
Is daarvan het lichtje afgetrild? Of van de brommer?
Hee, Harto! Het lichtje is van de brommer zelf losgetrild. (de aanhanger heeft geen knippers). Gelukkig werkt het ouderwetse hand/been uitsteken zelfs ver over de grens nog goed!
Welkom thuis.
33 uur op de brommer … gekkenwerk . Maar wel een heel mooie trip; Bizar die Eisenbahnbrucke, middenin een weiland….
gave tocht!
petje af voor die 33 uur kachelen ,maar je hebt een hele mooie rit gemaakt.
dat museum met dino`s vond erg interessant!
en de Lüneburger Heide ,die omgeving ken ik goed ,erg mooi .
groetjes peet
Hoi Roel, mooi verslag. Je blijft me steeds weer verbazen?.groeten Jan.
Mooi verslagje!
Top ritje ook, fijn dat de hele reis vlekkeloos en zuinig is verlopen. Bij een dventuele volgende keer ben je van harte welkom op mijn camping !
Bezit zelf ook meerdere Honda’s ?
Mocht je in de buurt zijn met Plofpony en tentje…
http://www.bijonsingroesbeek.nl
Groet
Bjørn
Wow, 33 uur, dat is nogal wat! Wat een leuk verslag!
Ha, wat tof! 33 uur is niet niks
Hallo Roel,
in de aanloop van de voorbereidingen van onze trip naar Berlijn met mijn broer op onze jaren ’60 Puchs, kwam ik je verslag tegen. Leuk verhaal, maar wij doen er wat langer over, zo’n 2 weken heen en terug.
Groet Peter