Auteursarchief: Roel

Totale zonsverduistering vanuit Eagletown, Oklahoma

De ene dag heb je nog nooit van dit gehuchtje gehoord, de andere dag staat het voor de rest van je leven in je geheugen gegrift: het plaatsje Eagletown, in het uiterste zuidoosten van de staat Oklahoma. Door stom toeval, geluk, maar ook vooral goed speurwerk van waarneemmaatje Bart kwamen we afgelopen maandagochtend op een zandweggetje naast dit plaatsje terecht. De zenuwslopende race tegen de wolken en tegen de klok is al prachtig beschreven in het Astroforumtopic van waarneemmaatje Steven, dus dat zal ik hier niet gaan herkauwen.

Ook bij mij gingen de emoties alle kanten op. Van euforie (want opklaring) naar nagelbijtende spanning (want bewolking) naar berusting (want het donker worden an sich is toch ook spectaculair?) en weer terug naar euforie. Pas in de laatste vijf minuten voor totaliteit leek het daadwerkelijk te gaan lukken, en sloeg de euforiewijzer compleet door; tot tranen aan toe!

De locatie vlak na aankomst. Dit leek redelijk ok, maar het trok al snel weer helemaal dicht, om nét op tijd weer open te trekken. Astrostress!!

Het hoofddoel was om de verduistering visueel te gaan bekijken met de 15×70 verrekijker, maar ik had ook een rits camera’s en een Star Adventurer reismontering meegenomen om de eclips te filmen.
Er was nog net voldoende tijd om twee van de drie camera’s te richten en scherp te stellen. De boel was gereed nét voor de filters eraf moesten, dus echt op het nippertje. Ik drukte op RECORD en schoof snel achter mijn verrekijker.

De verduistering was spectaculair! Het vreemde licht vooraf en het toch weer plotselinge invallen van de duisternis gaf een gevoel alsof je midden in een science fiction computersimulatie zat, zo onwerkelijk en onaards. Meerdere protuberansen waren zichtbaar met het blote oog, waaronder één zeer felle op half 6 die gedurende de 4:19 minuten durende verduistering steeds verder vanachter de maan vandaan kwam.

Het was mijn vierde totale zonsverduistering waarvan de derde onder een heldere hemel en het viel me op dat deze verduistering aangenaam lang was. Nog steeds te kort, maar lang genoeg om alles relatief “ontspannen” te kunnen doen. Een klein beetje met de camera’s klooien, turen door de verrekijker, en liggend op mijn rug met het blote oog alles visueel opslurpen. Heerlijk.

Ondergetekene (met die lijpe zonnebril) met de 15×70 plus de Star Adventurer met Russentonne. Er staat ook nog een 500mm spiegellens op, maar het resultaat van dat filmpje vind ik niet zo geslaagd…
Op het moment dat deze foto gemaakt werd was de zon nét te zien door de bewolking heen, en was een zonnebril de beste eclipsbril…

Ook opvallend was het “soft filter”-effect door de dunne hoge sluierbewolking. De zwarte maanschijf was allesbehalve egaal zwart: de randen waren veel lichter dan het midden. De roze protuberansen zorgen voor een lokale roze gloed in de corona. Meer naar het einde van de totaliteit verdween dit effect bijna volledig: de transparantie werd dus gedurende de eclips beter. Corona-uitlopers schoten werkelijk alle kanten op, met een donkere inham aan de zuidkant. Het was prachtig om de protuberansen aan de linkerkant te zien verdwijnen en aan de rechterkant te zien verschijnen.

Ik weet niet of het de prachtige eclips zelf was, of de zenuwslopende aanloop er naartoe (of de combinatie), maar bij deze ervaarde ik wel de heftigste emoties. Ik hield het niet droog en dat is voor mij een primeur bij een hemelverschijnsel. Ongelofelijk en onvergetelijk en vul hier nog maar een lading superlatieven in.

Nu weer terug thuis ben ik nog steeds een beetje wazig van deze eclips en de jetlag. Eigenlijk wilde ik wat gaan slapen, maar dat lukte niet en heb ik dus maar even dit eerste filmpje in elkaar geprutst. Het doel van filmen met de trage Russentonne was om de rafelige chromosfeer en Baily’s Beads te pakken en dat is in ieder geval gelukt!

Oud pareltje gevonden: Merz (Kosmos) 100mm Newton EQ

Mijn 60mm Piet Meesters heeft een originele azimutale montering op een gietijzeren zuil. Maar wat zou het mooi zijn om hem om een passende equatoriale montering te kunnen zetten. Momenteel gebruik ik hem op de montering van de 75mm Polarex. Dat is best een mooie combi, maar het klopt toch niet helemaal.
Een originele Meesters montering ga ik natuurlijk nooit vinden, maar toen ik van de week deze telescoop te koop zag staan ging mijn hartje toch wat sneller slaan!


Wat het precies is was me een beetje onduidelijk, maar de montering schreeuwde aan alle kanten “Merz! Merz! Merz!” – een Duitse telescoopfabrikant die in ongeveer dezelfde periode actief was als Piet Meesters. Meesters monteringen lijken erg op Irrgang- en Merz monteringen, dus ik zag mijn 60mm refractortje al helemaal op dit monterinkje staan. Na een beetje zoeken op internet blijkt het verhaal van dit model Newton vrij ingewikkeld in elkaar te zitten, maar in het kort komt het er op neer dat het Duitse bedrijf Kosmos vanaf het begin van de vorige eeuw verschillende modellen schooltelescopen verkocht, waaronder deze 10cm Newton. Ze hebben in de loop der jaren verschillende toeleveranciers gehad voor de onderdelen, waaronder Merz. Of beter gezegd: de nazaten van het destijds net ter ziele gegane Merz. Of zoiets.

In ieder geval: de montering is praktisch gezien een Merz, en het is een fantastisch ding. Loei- en loeizwaar, maar beweegt heel vloeiend en soepel zonder trillingen. Er zit geen fijnregeling op, maar met 1 vinger kan je hem zwiepen als een Dobson. Gemaakt van gietijzer en messing, net als de Meesters.

Over de OTA ben ik wat minder enthousiast. Het is een apart ding en past prachtig bij de montering, maar het is kwalitatief een stukje minder dan de montering. De buis is van dik karton(!) en een vorige eigenaar heeft er helaas wat dingetjes aan verbouwd. Ik geloof niet dat de spider origineel is, en de buis lijkt ook wat ingekort aan de voorzijde. Omdat de buis van karton is, draait hij ongelofelijk beroerd in de buisringen, en dat maakt in de praktijk een Newton nóg onhandiger op een EQ. De spiegeltjes zijn nog wel in uitstekende staat.

Er zat ook nog een trits oculairen bij in de ongebruikelijke maat van 31mm, plus drie opschroeffilters. Allemaal messing, prachtig! De focusknoppen zijn vermoedelijk van bakeliet. Of dat later toegevoegd is of dat de OTA dus van latere datum is dan de montering is allemaal wat onduidelijk. Het werkt allemaal wel prima.

Een flinke poetsbeurt is geen overbodige luxe, dus ik heb in ieder geval wat te doen de komende week

Ik vind het een fascinerende telescoop, en ik ben benieuwd hoe hij het onder de sterren zal doen. En natuurlijk nog benieuwder hoe de Meesters er straks op deze montering gaat uitzien!

Schets: NGC 246 “Totenmannerknochenkopfnebel”

Ook bekend onder de naam “Skull Nebula”.

In de herfstvakantie was ik een weekje met zoonlief (14) op La Palma. Sterrenkijken stond deze keer niet bovenaan het prioriteitenlijstje en bovendien zuchtte het eiland de eerste dagen onder een hittegolf + bijbehorende calima. Temperaturen boven de 30 graden en een hemel vergelijkbaar met een gemiddelde Papenslagweg-nacht. Niet verkeerd, maar het nodigde nou ook weer niet uit voor een all-nighter.

Toch waren er een paar redelijk goede avonden, waaronder die op 17 oktober. Die avond zag ik voor het eerst Andromeda’s Parachute en later die nacht overduidelijk de Paardekop (de juiste “kijkrichting”van het Paard was te zien), en daar zou je in Nederland natuurlijk een moord voor doen. Paar dingetjes gelogd, zoals wat bolhoopjes in M31, en welgeteld één deepskyschets gemaakt: de adembenemende NGC 246 “Skull Nebula”. Onder Kollasegangers veel beter bekend onder de naam “Totenmännerknochenkopfnebel”.

Deze planetaire nevel komt in onze regionen niet ontzettend hoog boven de horizon, maar op La Palma is dat wel anders. Wat een schitterend object is dat zeg! In eerste instantie zien de helderste delen er in combinatie met drie sterren uit als een wat langgerekte bavianenkop met twee oogjes en een mondje, maar al snel vallen de zwakkere delen op die de bol bijna volledig rond maken. De schedelvorm verdwijnt eigenlijk een beetje en het object wordt een grote heldere vlokkenbal met op sommige plekken ragscherpe overgangen, als een soort schillen.

Ik was eigenlijk helemaal niet van plan om een schets te maken, maar deze nevel schreeuwde er zo hard om dat ik wel moest!

Maanschets: Hansteen en Billy in de 25″

Dinsdagavond, net thuisgekomen na de late dienst, helder. De Maan is bijna vol en staat op een graadje of 30 boven de horizon in het zuiden. Aan enkele laagstaande sterren te zien lijkt de seeing heel behoorlijk en (met de prachtige waarneemsessie van zaterdagavond nog in het hoofd) rol ik de ombouw van de grote Dobson de tuin in.
De eerste blik door het oculair valt wat tegen: de seeing is helaas niet zo goed als ik hoopte. Na een uurtje koelen met de ingebouwde ventilatoren knapt het behoorlijk op, maar het wordt helaas niet zo top als zaterdag. Op momenten met de minste luchtonrust ligt de maximaal zinvolle vergroting rond de 300x – ik besluit dat het goed genoeg is voor een maanschets!

Vooral Vallis Schröteri ligt er perfect bij, en schreeuwt: “schets mij, schets mij, schets mij!”, maar ik kies voor het meer bescheiden kraterduo Hansteen (45km) en Billy (46km). Bijna exact even groot, maar toch erg verschillend. Hansteen lijkt een wat diepere bodem te hebben en een centrale “piek” is zichtbaar, evenals wat terrassen en lichtere details op de bodem. Aan de zuidwestkant volgt een smalle Rima een ongebruikelijke route richting een duo van kleinere kratertjes, waaronder Hansteen B. De noordelijke kraterrand is minder uitgesproken en loopt subtiel over in een soort hoogvlakte.

Billy is compleet anders: helemaal volgelopen met lava, waardoor een donkere vlakke gietvloer is onstaan. Ook in de momenten van de beste seeing is vrijwel geen enkel detail op die bodem zichtbaar. De kraterrand is smal, steil en scherp.

Heel apart is het berggebied Mons Hansteen. Het heeft de vorm van een smalle waaier, of een brede voetafdruk. De bergen zijn felwit en liggen geïsoleerd in een wat donkerder vlak gebied. Het doet me een beetje denken aan Uluru in Australië. Veel detail zichtbaar: ribbels en kloofjes.

De schets is gemaakt op zwart papier met een wit pastelkrijtje (voor de achtergrond) en een wit + zwart pastelpotloodje voor de fijnere details. Visueel waren er nog veel meer en fijnere details zichtbaar, maar na meer dan twee uur schetsen vond ik het wel mooi geweest. Wat een heerlijk rustgevende waarneemsessie was dit!

29-04-2023: Wolken op Venus, puin in Copernicus en een mislukte schets…

Zaterdagavond: de hemel is prachtig blauw, de temperatuur is aangenaam en hoewel ik pas een weekje terug ben van La Palma begint het toch alweer te kriebelen.

Zo gauw het waarneemterrasje in de schaduw ligt rol ik de 25″ uit de schuur en zet ‘m op het volgplatform. Als snel spot ik Venus in de 8×42 verrekijker, en omdat ik nu weet waar ik moet kijken zie ik hem ook vrijwel direct met het blote oog. De zon is dan nét onder de horizon.

Hup, de kijker erop. Venus staat lekker hoog en de seeing is opmerkelijk goed! De planeet is natuurlijk veel te fel in de grote telescoop, maar een zeer sterk ND 1.8 filter maakt het allemaal een stuk aangenamer. De seeing is écht goed. Ik kijk bijna nooit naar Venus, maar ik weet wel dat het meestal niet meer dan een dansende toverbal is in de telescoop. Dit keer was het mooi zacht bolletje met een mooie duidelijke schiijngestalte. Ik baal dat ik geen juiste kleurfilters heb, want met alleen het ND filter vermoed ik al een zeer subtiele veeg vanaf de terminator richting het westen, aan de zuidkant van de planeet. Het zou misschien een wolkenstructuur kunnen zijn, maar het is zo subtiel dat ik eerder denk aan optisch bedrog. Toevallig appt @reflector dat hij op hetzelfde moment naar Venus kijkt, en hij noemt het “meer dan illusie”. Zou het dan toch…?

Kijken naar Venus

Venus met de telefoon door een 5mm Delite (532x!). Geen wolken te zien.

Door naar de Maan, die staat lekker hoog in het zuiden. Krankzinnig fel in het oculair (ook bij de hoogste vergrotingen) dus ook hier is het sterke ND filter een onmisbaar hulpmiddel.
Normaal gesproken is de 75m Polarex mijn vaste maankijker, maar eerlijk gezegd: de 63,5cm Dob blaast hem vanavond van zijn sierlijke houten pootjes. Wat een scherpte! Ik zie zonder moeite vijf kleine kratertjes in Plato, en de rille in de Alpenvallei is 80/90% van de tijd zichtbaar, terwijl de zonnestand daar vanavond niet eens ideaal voor is.
Ongelofelijk, goede seeing en veel opening blijkt weer eens een gouden combinatie!

De zuidpool van de Maan (met Clavius rechts) in de schemering, vanuit de hand met de telefoon door een 7mm XWA

Veel opening heeft nog een extra voordeel. Ik heb vrij veel last van floaters in mijn oog, die erg hinderlijk worden bij een kleine uittreepupil. De 75mm Polarex kan op de Maan prima vergroten tot 200x, maar de uitreepupil is dan 0.4mm. Haarscherp beeld, ook bij wat mindere seeing, maar vrij donker en floaters overal. Bij 150x is het al wat beter (uitreepupil 0,5mm), dus dat is bij de Polarex mijn meest gebruikte vergroting.
Ter vergelijking: als ik met de 635mm 150x vergroot geeft dat een uitreepupil van maar liefst 4,3mm, en pas bij 1330x vergroting kom ik op een uittreepupil van 0,5mm uit. Floaters zijn bij zeer grote telescopen dus nauwelijks een issue. Seeing en teveel licht is dat wel, maar de seeing was erg goed, en voor fel licht heb ik dat ND filter (dank voor het lenen, @Steem).

De grote krater Copernicus is PRACHTIG! De zonnestand zorgt ervoor dat de kraterbodem nét gedeeltelijk wordt verlicht en de hoeveelheid details op die bodem is waanzinng. Alsof iemand een kruiwagentje met grijs puin en grind in de krater heeft gekieperd. De “terrassen” van de kraterrand zijn flinterdun en scherp begrensd en rondom liggen bergjes, kleine kratertjes en stukken puin die bij de inslag zijn ontstaan. Zeer indrukwekkend. Ik probeer het met mijn telefoon te fotograferen, maar de plaatjes halen het totaal niet bij visuele beeld.

Rechts Copernicus, links Erastosthenes. Met de hand door de 5mm Delite (532x).

Erastosthenes ligt er ook erg fraai bij, en de hoeveelheid detail lijkt nog behapbaar genoeg voor een schets, maar dan komt het grootste nadeel van deze telescoop om de hoek kijken: ik moet vanwege de kijkhoogte staand waarnemen, en staand schetsen gaat echt niet. Ik kan op de hoogste trede van de trap zittend waarnemen, maar daarvoor mogen objecten niet hoger dan 45 graden staan. Ik zal moeten wachten tot de maan wat lager staat, na middernacht.

Ondertussen wat Spielerei met de telefoon:

De Maan (verstopt achter de vangspiegel) staat precies tussen Algieba (boven) en Regulus (onder) in.

Rond middernacht begin ik vol goede moed aan mijn schets. Nu eens met grijs potlood op wit papier in plaats van pastel op zwart. De krater Erastothenes lukt aardig, het berggebied ten zuiden ervan wat minder en Stadius lijkt helemaal nergens op. De goede moed zakt me vrij snel in de schoenen en ik verkloot de tekening definitief met een poging tot verbetering met een zwarte inktpen. En als de seeing dan ook nog snel minder begint te worden houd ik het voor gezien.

Dus helaas, geen mooi slot maar wel een leuke waarneemavond gehad!

Schetsje: Komeet C/2022 E3 (ZTF) met kuif!

Gisteren eindelijk de komeet onder een heldere maanloze hemel kunnen bekijken vanuit de achtertuin in Twello. Met de 40cm zag ik behalve de wat gekromde hoofdstaart een zeer ijle tweede staart richting het zuiden gaan! Die had ik niet verwacht, en ik twijfelde in eerste instantie aan deze waarneming. Niet lang daarna bleek waarneemmaatje Tom hetzelfde te hebben gezien vanuit Lochem dus ik zag blijkbaar geen spoken.

De hoofdstaart was iets gekromd richting NO en leek aan de zuidkant iets scherper begrensd. Vanuit de felle kernpit wees een smal maar vrij helder veegje richting het oosten. Ik heb er een snel schetsje van gemaakt. Wat een maanloze hemel al niet kan doen!

Maanschets: Petavius in de vrieskou

Gisteravond was ik pas laat thuis van het werk. Het was kraakhelder en de Maan stond al aardig hoog in het zuidoosten, dus hop die 400mm Propdob naar buiten! Het was ijskoud en de seeing was maar matig. Een vergroting van 178x was ongeveer het maximaal haalbare. Maar dat maakte even niks uit, want het was eindelijk weer een keer mooi helder op een moment dat het mij uitkwam.

De prachtige krater Petavius lag rond middernacht tegen de terminator aan en werd perfect door de zon uitgelicht. De grote scheur in de kraterbodem was opvallend, maar vanwege de slechte seeing bleven de kleinere scheurtjes (Rimae Petavius) helaas onzichtbaar. Het plaatje was echter mooi genoeg om de pastelpotloodjes uit het vet te halen en er eens goed voor te gaan zitten. Ik had al maaaaaanden geen maanschets meer gemaakt, dus het werd wel weer eens tijd.

Vijf kwartier later was dit het eindresutaat:

Schets: Simeis 3-210, een “ander” stukje Sluiernevel

Een groot deel van de oostelijke vleugel van het sterrenbeeld Zwaan is gereserveerd voor het prachtige Sluiernevelcomplex. De twee helderste flarden (de Oost- en de Westboog) zijn overbekend, en ook de grote “driehoekige” nevel daar tussenin (Pickerings Wisp) zullen de meesten wel kennen.

Het totale nevelgebied is uiteraard een heel stuk groter, vooral op widefield astrofoto’s is dit goed te zien. Visueel worden de ijlere en wat verder weg gelegen delen veel minder waargenomen en geschetst dan de spectaculaire gebieden, maar toch zijn ze op zichzelf interessant genoeg en vaak niet eens zo moeilijk om te zien.

Een voorbeeld van een structuur die met grotere kijkers op donkere locaties vrij goed te zien is, is Simeis 3-210. Helemaal in de zuidelijkste regionen van het Sluiernevelcomplex is dit een sluiertje op zichzelf. Prachtig subtiel zichtbaar als een ijl veegje in de nabijheid van een heldere ster (HD198976). In de 400mm bij lage vergoting en een UHC filter waren de flarden duidelijk te zien. Een veegje vlakbij de ster was zelfs helder te noemen, de uitwaaierende uitloper aan de zuidwestkant was wel erg moeilijk. Iets hoger vergroten hielp in die hoek om het contrast nog iets te verhogen.

Vangspiegel vuurdoop: Papenslag 19-11-2022

Een ijskoud (-6), maar prachtig waarneemnachtje op de Papenslagweg!

De 25″ tussen de waarneemmaatjes. Foto: Esther Hanko


Rond 20:00u kwam ik als eerste aan, niet snel daarna arriveerde een hele trits medewaarnemers: Robbert, Harro, Esther, Tom, Steven en Mark. Een flinke groep dus, ondanks de lage temperatuur.

Zelf had ik uiteraard de 25″ mee, de eerste keer onder een donkere hemel met de nieuwe vangspiegel. De hoofdspiegel was vrij snel op temperatuur: na een uurtje kon ik al zonder problemen vergrotingen van 300x gebruiken. Later op de avond werd dit alleen maar beter, het 7mm XWA oculair (380x) was uiteindelijk de meest gebruikte vergroting en op Mars ging het met gemak tot 532x. Ik kon er maar niet over ophouden, zo happy was ik met dit resultaat!

Het niet motorisch kunnen volgen wordt bij deze vergrotingen wel steeds meer een nadeel. De kijker beweegt weliswaar erg soepel, maar schetsen is gewoon onmogelijk als je (op een ladder) staat en tegelijkertijd het object een beetje in het midden wil houden. Ik vind schetsen maken veel leuker dan objectbeschrijvingen, dus ik moet echt eens beginnen aan dat volgplatform!

Desalniettemin een korte beschrijving van objecten die eruit sprongen en nog vers in mijn geheugen zitten:

NGC 772: Een sterrenstelsel dat op foto’s een rare lange arm heeft die als een zwiepstaart omhoog krult. Bij 200x kon ik niets van dat detail zien, maar bij 380x zag ik opeens toch een losstaand langwerpig veegje links naast het heldere kerngebied. Ik bleek veel te dicht bij de kern te hebben gezocht. Nu ik wist waar ik moest kijken zag ik hem met veel moeite ook bij 200x.

NGC 7008: Embryonevel. Omhoog, omhoog, omhoog met die vergroting! Het object is buitengewoon helder in deze telescoop, met veel vlokken van verschillende grootte en helderheid. Zelfs met een OIII filter piepten er meerdere sterretjes haarscherp door de nevel heen. Mooiste beeld bij 380x, maar 532x was ook geen enkel probleem. Oh, wat schreeuwt dit om een schets!

NGC 891: Misschien wel het mooiste object van de avond. Een enorme zachte gloed, met heel veel voorgrondsterren. Prachtige diffuse edge-on met een ontzettend makkelijk zichtbare brede stofband over de volledige lengte. De twee helften van het door de stofband gespleten stelsel waren vlokkerig, alsof het stof omlijst was door een lichtgevende rafelrand. Spectaculair!

M1: Krabnevel. Eerste aanblik toont weinig meer dan een lichtjes vlokkerige ovaal, maar langer turen en hoger vergroten (met OIII) toont heel langzaam steeds meer structuur. In eerste instantie een soort grote S-vorm, maar daarna steeds meer kronkelige takken.

NGC 1055: Pfoe! Object van de Maand, maar een lastige knakker en daarom eigenlijk wat tegenvallend. Diffuse, grote, langwerpige veeg. Valt compleet in het niet bij de ronduit adembenemende M77 er vlakbij. Bij 380x zag ik dat de onderzijde (noord?) wat scherper begrensd was. Dit zal de stofband zijn, maar aan de andere kant van de stofkant was helaas geen gloed zichtbaar…

Mars: OMG! Ik heb voor deze telescoop nog geen apodiseermasker/gaasfilter gemaakt, maar het beeld was ondanks de opening toch mooi stabiel en goed scherp. Een zeer sterk 1% ND-filter (geleend van @Steem) hielp enorm om de helderheid van het schijfje teriug te brengen tot een aangenaam niveau. De planeet toonde z’n mooie kant met Syrtis Major. Een enorm blauwwit wolkengebied aan de noordkant trok alle aandacht. Omdat de wolk door een langwerpige albedostructuur “afgetekend” werd, knalde hij er nog beter uit. Syrtis Major was geen egaal grijs gebied, maar er waren allerlei verdonkeringen en verhelderingen in de zien, ook de andere donkere gebieden waren mooi scherp omlijnd en gestructureerd. De rechter rand (oost?) toonde een helder lijntje: volgens @Harro was dit ochtendmist. Het beeld was bij vlagen zeer vergelijkbaar met de eerste foto in het topic van @MarioM https://www.astroforum.nl/threads/2-maal-mars-in-de-vrieskoude-van-19-20-nov.1474640/
Omdat ik dit totaal niet had verwacht van deze telescoop was dit toch wel het WOW-moment van de avond.

Richting zuidoost, het sterrenbeeld Orion. Foto: Esther Hanko

Extra leuk: deze ijskoude avond eindigde met een warm en supergezellig afzakkertje (en voor enkelen zelfs een logeerpartijtje) in het werkplaatsje/hobbyhol in mijn achtertuintje.

Gedeeltelijke zonsverduistering 25 oktober 2022

Om de gedeeltelijke zonsverduistering vandaag te kunnen bekijken had ik speciaal een dagje vrij genomen, maar de moed zakte me vanochtend een beetje in de schoenen toen ik naar buiten keek: volledig bewolkt! De satellietbeelden gaven echter aan dat de opklaringen toch écht onderweg waren dus heb ik de telescopen toch maar opgesteld.

Bij het begin van de verduistering (om iets na 11:00u) was het nog steeds erg bewolkt, maar toch piepte de zon af en toe enkele seconden door de wolken heen. Genoeg om te zien dat de verduistering inderdaad begonnen was, maar te weinig tijd voor een foto. Dat duurde tot rond het maximum – een brede opklaring schoof over Twello en ik kon eindelijk een paar plaatjes schieten. Op dat moment was ongeveer 22% van het oppervlak van de zon verduisterd door de maan.

De zon werd voornamelijk verduisterd door de zuidelijke kant van de Maan: de kant met de meeste hoge bergen. Dit was goed te merken: het silhouet van de maanrand was opvallend pokdalig.

Het mooiste van deze verduistering was het moment waarop de maan precies voor een zonnevlek schoof. Prachtig te zien bij hoge vergroting!

De foto’s zijn allemaal uit de losse hand gemaakt door simpelweg de spiegelreflexcamera met kitlens boven het oculair te houden. De gebruikte oculairen waren een 24mm Panoptic (50x) en een 9mm Nagler (133x)