Hot Topic: de zon waarnemen bij 37,5gr. Celsius

Ik ben zo’n figuur dat niet binnen kan blijven als buiten het onweer losbarst, of juist een stukje op de brommer door het bos gaat rijden als er windkracht 10 is voorspeld. Extreem weer maakt me een beetje onrustig, en ik wil het dan gewoon voelen/meemaken. Ik baalde zelfs een beetje van het feit dat ik in Italië zat toen in 2019 het beroemde Warnsveldse temperatuurrecord werd gebroken…

Toen afgelopen week de weersverwachting voor vandaag weer richting die recordwaarden ging, wist ik al hoe ik die hitte over me heen zou laten komen: achter de de telescoop natuurlijk!
Voor de gelegenheid trok ik de 60mm Piet Meesters refractor + de Polarex NS142 montering uit de schuur en richtte de kijker ín de volle zon óp de volle zon. Mezelf wel goed ingesmeerd natuurlijk, maar lekker geen schaduwscherm of iets dergelijks. Kommaarkommaarkommaar!

En moeder, wat was het heet: 37,5 graden – het warmste moment van de dag is het moment waarop de schets gemaakt is. Het zweet gutste over mijn voorhoofd en rug, maar vreemd genoeg was de seeing eigenlijk gewoon goed te noemen. Op de zon wemelde het van de zonnevlekken. Twee grote vlekken met duidelijke penumbra’s, en vele kleinere puntjes verspreid over de hele breedte van de bol.
In een 12cm cirkel die ik trok met behulp van een rond schaaltje veegde ik eerst wat potloodgrafiet uit om de heldersheidsafname richting de rand weer te geven. Daarna tekende ik de vlekjes met een 1B potlood, en vervolgens zijn de donkere umbra’s nog wat extra aangezet met een zwarte fineliner. Met moeite waren een paar fakkelvelden nabij de rand zichtbaar, die zijn “getekend” met een puntig gummetje.

Hieronder het ingescande en van een kleurzweem voorziene eindresultaat:

Mijn locatie: de gele stip.

Knoepert leeft nog steeds!

Eén van de grootste protuberansen van de afgelopen jaren is nog steeds zichtbaar aan de westrand van de zon. Ook vanochtend zat ik weer klaar achter de 50mm Lunt zonnetelescoop om te kijken naar het spektakel, maar ook om te proberen nog zo’n foto als gisteren te maken. En dat is gelukt, deze keer nog iets scherper en detailrijker dan gisteren. Ik blijf het bijzonder vinden dat zo’n houtje-touwtje manier van astrofotografie nog zulke resultaten oplevert!

Ook zoonlief (13) kwam even kijken!

Schetsje: Komeet C/2017 K2 (Panstarrs)

Met het steeds dieper wegzakken van de zon en het steeds later opkomen van de maan begint de hemel zo langzaamaan weer redelijk donker te worden. Helaas heb ik de komende dagen geen tijd om tot diep in de nacht waar te nemen, dus moest ik het doen met wat de hemel gisteren te bieden had, voordat de maan precies om middernacht op zou komen.

Rond 23:00u sleepte ik de 635mm naar buiten voor een korte sessie met één object op het programma: Komeet C/2017 K2 (Panstarrs). De prachtige M10 was toen ondanks de schemering al fraai zichtbaar, de komeet piepte niet veel later tevoorschijn uit de blauwe achtergrondgloed. Pas na 23:45u kwam de SQM waarde op een schamele 19.72 uit en ben ik snel een schetsje gaan maken door de 13mm XWA (204x). Het wijde 100gr. beeldveld is zeer indrukwekkend maar het blijkt verdraaid lastig om het beeldveld te schetsen: een A4’tje is eigenlijk te klein om het hele beeldveld te tekenen. (Eigenlijk zou ik het komeetje groter willen schetsen). Het eindresultaat is daarom allesbehalve indrukwekkend, maar al doende leert men; de volgende keer zal ik het ronde beeldveldkader gewoon weglaten en schets ik alleen het object zelf.

Het komeetje was vrij helder, met een felle kleine coma in een vrijwel ronde halo. De kern bevond zich opvallend ver naast het midden. Heeeeeeeeeeel subtiel leek de coma wat minder scherp begrensd aan de NO zijde, en leek daardoor wat uit te waaieren in die richting.

Direct na deze schets weer een meting gedaan: SQM 19.10, met de gloed van de maan al zichtbaar in het zuidoosten. Dat was dus een zeer korte maar leuke sessie!

Knoepert van een protuberans op de Zon!

Een enorme protuberans (de grootste die ik dit jaar door mijn kijkertje heb gezien) staat nu prachtig zichtbaar aan de westrand van de zon. Visueel heel fraai zichtbaar met de 50mm Lunt, helaas ietsje minder fraai op de foto.

Het is een heel simpele enkele opname, klikklak met de Nikon D3200 + kitlens boven een Pentax XW7. Toch wel grappig dat door te pielen met de contrast- en kleurschuifjes in Photoshop zowel de protuberans als enkele details op het oppervlak zichtbaar worden – het is geen gecombineerde belichting.

Het is weer feest op de Zon: AR3055

Het was warm vanochtend: om 10:00u al ruim boven de 25 graden in Twello. Eigenlijk te warm om met de telescoop naar de zon te kijken, maar er zijn momenteel zoveel prachtige zonnevlekken zichtbaar dat ik het toch een paar uurtjes achter de kijker heb volgehouden (een 102mm ED refractor met een witlicht filter).

Het grootste en actiefste zonnevlekkengebied is op dit moment AR3055. Het gebied is enorm, en al met het “blote oog” door een simpel eclipsbrilletje zichtbaar. Door de telescoop is het een monster, met onzettend veel detail. In eerste instantie wilde ik er een tekeningetje van maken, maar er was zoveel gefriemel tegelijkertijd zichtbaar dat de moed me in de schoenen zakte. Daarom toch maar gewoon een fotootje gemaakt, met de telefoon door het oculair genomen:

Het eindresultaat valt me eigenlijk helemaal niet tegen! Zeker gezien de gebruikte telefoon (een Samsung A50 staat niet bepaald bekend om zijn goede camera), en vanwege het feit dat ik door een piepklein ooglensje moest fotograferen, bij zeer hoge vergroting (6,4mm Plössl + 2x Barlow = 223x).

Dat smaakt naar meer!



Supernova SN2022hrs vanuit Medebach (Duitsland)

Momenteel zit ik een midweekje in een vakantiehuisje nabij Medebach (D). De 400mm Propdob is ook mee, want op de lichtvervuilingskaarten ziet de omgeving er best goed uit. Het weer was de eerste dagen helaas nogal hardnekkig bewolkt, maar dinsdagavond klaarde het toch nog even prachtig op. Om storende directe lichtbronnen te vermijden stelde ik de kijker op in een ondiep dal, naast een beekje. De glooiende heuvels dekten perfect al het directe licht af – geen stipje licht te zien. Om 23:37 ging het smalle maansikkeltje onder en bleek het inderdaad een vrij donkere plek te zijn: SQM 21.3 gaf het metertje aan. Het was doodstil, op wat blaffende reeën en een uiltje na. Helaas was de hemel niet heel transparant, maar de donkerte maakte een hoop goed – zeker hoog boven de horizon.

Het waarneemplekje net ten noorden van Medebach

Ik wist dat een dik pak bewolking (met regen) al onderweg was vanuit het zuiden, dus het werden twee uurtje Bambi’s harken en Hicksons hoppen, zonder ze te loggen of te schetsen. Wel heb ik nog snel een tekeningetje gemaakt van de supernova in NGC 4647. Het zag er mooier uit dan de vorige keer vanuit Lochem, waar ik met de 635mm door dunne bewolking heen moest kijken. M60 was een fel ovaal lichtbaken en NGC 46747 was met direct zicht goed zichtbaar. De supernova uiteraard ook, als een wit puntje op de rand van de zachte gloed van NGC 4647. Een mooi plaatje in het oculair.

Complete herbouw: 25″ f/4,2 Dobson (635mm)

Na de onwaarschijnlijke schuurvondst van een 635mm (25″) reuzendobson onder een afdakje in Duitsland begon het al snel weer te kriebelen. De originele Dieter Martini telescoop-ombouw is erg zwaar en vooral veel te groot. De kijker past niet door de deuropening van de schuur en niet of nauwelijks in de auto. Het kost maar liefst drie kwartier om het ding vanuit de schuur operationeel in de achtertuin te hebben, feitelijk nog geen 5 meter verderop. Vervoer naar (en opbouwen/afbreken op) een donkere waarneemplaats zou zo’n helse onderneming zijn, dat ik bang was dat hij op deze manier niet veel sterlicht zou gaan zien.

Een complete herbouw van de telescoop moest dit probleem gaan oplossen, en het was natuurlijk weer een heerlijk excuus om een winter lang te knutselen…


Het nieuwe ontwerp lijkt veel op een Propdob, maar het enorme formaat en het hoge gewicht van de hoofdspiegel biedt naast beperkingen gelukkig ook een hoop vrijheden. Gewicht is een punt van aandacht, maar veel minder dan bij andere Propdobs: het ding hoeft bijvoorbeeld niet mee in het vliegtuig. Ook hoeft het geen afsluitbaar geheel te zijn, de telescoop zal toch nooit als afgesloten kist vervoerd hoeven worden. Dat scheelt onderdelen (een kofferdeksel), en ook hoeft alles niet exact in/op elkaar te passen.

De nieuwe ombouw moest wel aan paar eisen voldoen:

– Hij moet makkelijk door een deuropening van 85cm passen.
– Hij moet makkelijk in onze auto passen met (heel belangrijk!) ruimte over voor een tweede persoon-met-diens astrospullen). Ik heb waarneemmaatje Steven al beloofd dat hij en zijn 30cm Sumerian gewoon in de auto mee kan op astroreis. Dat betekent dat alles gestapeld vervoerd moet kunnen worden, niet meer dan 70cm hoog.
– Het totaalgewicht moet ongeveer gelijk zijn aan de qua volume opgeschaalde 40cm Propdob, die 20kg weegt. Qua dimensies is de 25″ 1,58x het formaat van de 16″, qua volume (en dus gewicht) betekent dat een 80kg wegende telescoop geen probleem zou moeten zijn. Gewicht is zeker niet het belangrijkste criterium, maar een opgeschaalde Propdob vind ik wel een leuk streven.
– Het zou mooi zijn als hij nog ruim voor het begin van de zomerschemering klaar zou zijn (staartje stelstelseizoen!).

Ik ben begonnen met de vangspiegelkooi. Het is een simpele dubbele ring van berken multiplex. Bovenste ring 15mm dik, onderste ring 12mm dik. Het wordt een lowrider, maar niet onder zo’n extreme hoek als nu. De extra doorkanteling van vangspiegel wordt 10gr. in plaats van de huidige 30gr. Dat kijkt een stuk prettiger, en het scheelt straks toch weer een treedje op de ladder. De focuser komt dus nog nét onder deze dubbele ring te hangen, en zal bovendien verwijderbaar worden. Het houdt de kooi lekker laag, zodat straks alles op elkaar gestapeld in de auto gaat passen – dat scheelt enorm veel ruimte. Het geheel is 76cm breed; dat wordt meteen de totale breedte van de gehele ombouw.

De Moonlite focuser wordt wel weer gemonteerd op deze telescoop, maar van de rest van de oorspronkelijke bovenkooi wordt niets hergebruikt.

De nieuwe hoofdspiegelbak is lichtgewicht uitgevoerd, met opstaande wanden van 12mm mulitplex en afgewerkt met een buitenlaag van 4mm multiplex. De trussklemmen hebben het bekende traditionele ontwerp, maar zijn voor het oog verborgen onder de bovenplaat.

De oorspronkelijke Dieter Martini 18-punts spiegelcel is op belangrijke punten verbeterd (correcte randondersteuning, mogelijkheid tot collimeren vanaf de voorzijde) en wordt gewoon hergebruikt.

De bodem van de rockerbox, de wanden van de rockerbox en de hoogtelagers zijn gemaakt d.m.v. een sandwichconstructie: een dikke plaat zacht lichtgewicht populierenhout, aan de buitenzijden bekleed met hard en dun berkenhout. Zo krijg je een lichte, maar toch zeer stijve constructie.

De eerste volledige opbouw van de telescoop, nog zonder spiegel. Zoonlief (163cm) staat ernaast om een indruk te geven van de grootte.

Om de grote en loeizware telescoop (70kg totaalgewicht) te kunnen verplaatsen heb ik een kruiwagenwiel aan de voorzijde van de rockerbox gemonteerd. Door twee lange stokken aan de andere zijde in de bak te steken, is de gedemonteerde telescoop eenvoudig rond te rijden. En via een enkele oprijplaat is het geheel makkelijk in en uit de auto te rollen – er hoeft niets getild te worden. (Op de foto zie je ook zwarte verstevigingsbuizen, bedoeld om de spiegelbak-hoogtelagercombinatie nóg steviger te maken.)

Na wat schilderwerk ziet de telescoop er zo uit:

Maar het allerbelangrijkste onderdeel mist natuurlijk nog op de foto: de spiegel! Zoals je in een eerder bericht al kon zien zag de hoofdspiegel er vreselijk uit, met een compleet verweerde coatinglaag. Bij de start van dit herbouwproject heb ik de hoofd- en de vangspiegel daarom naar een gespecialiseerd bedrijf in Frankrijk gebracht voor een nieuwe coating. Het bedrijf MCM in Sept-Sorts heeft namelijk als één van de weinigen in Europa apparatuur om optiek van dit formaat te behandelen. Omdat verzenden geen optie was, heb ik de spiegels met de auto gehaald en (enkele weken later) weer opgehaad – alles bij elkaar 2200km gereden, maar het is de moeite waard geweest. Het oppervlak ziet er weer als nieuw uit. Van de oude veegsporen is geen spoor meer terug te vinden, en van krassen is ook geen sprake. De nieuwe spiegellaag heeft een reflectiviteit van meer dan 96% en heeft daarnaast nog een speciale behandeling gekregen die het oppervlak extra waterafstotend maakt. Hierdoor krijgt vocht veel minder kans om de coating te beschadigen. De laag is reflecterender én vooral veel duurzamer dan de oorspronkelijke coating van Alluna Optics, dus feitelijk is de spiegel nu beter dan nieuw!

En hier ligt de spiegel gemonteerd in de nieuwe ombouw:

De kijker blijkt prachtig in balans, houdt z’n collimatie prima en beweegt zeer soepel. En met een totale opbouwtijd van minder dan 10 minuten (inclusief het naar buiten rijden vanuit de schuur) is hij oneindig veel praktischer dan de oude ombouw.

Maar het allerbelangrijkste: de beelden zijn adembenemend!!

De 25″ in de achtertuin, wachtend tot het donker wordt. Ondertussen blazen ventilatoren tegen de voor- en achterzijde van de spiegel om de glasschijf op omgevingstemperatuur te krijgen.

First Light!

Schets: NGC 2371/2

Gisteravond kwam ik laat thuis en ik zag tot mijn verbazing dat de hemel in de achtertuin donkerder en transparanter leek dan afgelopen weekend, en dat terwijl de Maan nog niet eens onder was. De SQM-meter bevestigde mijn vermoeden: SQM 20.1, terwijl hij de voorgaande nachten niet boven de SQM 19.8 uitkomt. Dus om 23:00 alle spullen naar buiten gesleept om toch nog een paar laatste waarneemuurtjes aan deze nieuwe maan-periode te plakken. Dat viel niet tegen, NGC 2903 was bijvoorbeeld prachtig, met een ijle spiraalstucuur en een duidelijk helder HII-gebiedje. Maar het mooiste object van de avond was met stip NGC 2371 (soms ook aangeduid als NGC 2372).

Vreemd genoeg kende ik dit planetaire neveltje helemaal niet, waarschijnlijk omdat in het sterrenbeeld Tweelingen NGC 2392 (Eskimonevel) steeds de show steelt. Maar hij is echt ontzettend mooi en onverwacht makkelijk zichtbaar in de 400mm f/4 Propdob. Met een helderheid van magnitude 13 verwacht je niet heel veel, maar hij was makkelijk te vinden en deed bij lage vergroting al meteen denken aan de veel bekendere M76 in Perseus. Twee lobben zijn direct zichtbaar, als een langgerekt zandlopertje of haltertje. Sterk doorvergroten naar 457x maakt het object nog mooier. De zuidwestelijke pluk is compact en helder, de noordoostelijke was diffuser en iets meer uitgeveegd. Perifeer is ook wat neveligheid tussen de plukken te zien, aan de zuidooskant het duidelijkst. En als toetje: de centale ster van magnitude 14.8 die af en toe als piepklein puntje zichtbaar door de luchtonrust heen prikte.

Een echte “hidden gem” die voortaan zeker één van de vaste stops in mijn rondje winterobjecten wordt.

De zon in h-Alpha: onverwachte resultaten met de spiegelreflex

De C1.5 klasse zonnevlam om 13:55u

Vanmiddag was het aangenaam warm in het zonnetje, ideaal weer voor een zonneschets door de gepimpte 50mm Lunt in “grab&go” modus: op een Heritage montering met volgplatform.

Meestal probeer ik tussen het schetsen door voor de lol een fotootje door het oculair te maken met mijn telefoon. Vaak is daar dan wel iets op te zien, maar fraai is het nooit. Vanmiddag probeerde ik hetzelfde eens met de spiegelreflex: gewoon met de kitlens erop een fotootje maken door het oculair, vanuit de losse hand. Ik verwachte een vergelijkbaar resultaat als met de telefoon, maar wat schetste (pun intended) mijn verbazing? Gewoon hartstikke mooie plaatjes!

Op de laptop wat aan de contrastschuifjes getrokken en voila:

Ok, het is natuurlijk niet te vergelijken met het prachtige hoge-resolutie stackgeweld van de echte astrofotografen, maar ik was enorm verbaasd dat dit haalbaar is met één enkele opname. Iets langer belichten toont de protuberansen beter:


En als klap op de vuurpijl knalde rond 13:50u ook nog behoorlijke flare uit AR2957 (EDIT: volgens www.spaceweather.com was het een C1,5 klasse uitbarsting)

Wat een verrassing, en waarom heb ik dit eigenlijk nooit eerder geprobeerd…? :D
 

Bizarre schuurvondst: de grootste telescoop van Nederland!

Er zijn van die die dingen die je maar één keer meemaakt. Dit is zo’n verhaal.

Stel: je ziet opeens een advertentie verschijnen op het Duitse Ebay voor een “Sternenteleskop”. Geen info, alleen een belachelijk lage vraagprijs en onderstaande foto:

Huh? Dat lijkt wel een 40cm Dobson, of misschien wel groter. En heel stoffig ook. Maar wacht even, is dat een kliko daar links in beeld? Hoe groot is die kijker dan wel niet????

Ik besefte meteen: dit was niet het moment om te twijfelen en een middagje de voors en tegens tegen elkaar af te wegen, maar misschien wel de enige kans ooit om een reuzendobson te kunnen kopen.
Direct contact opgenomen met de eigenaar in Bremerhaven en niet veel later zat ik in de auto voor een rit van 300km, totaal niet wetende wat ik zou aantreffen. Dat werd bij aankomst echter snel duidelijk: een werkelijk gi-gan-ti-sche Dobson telescoop, overduidelijk een ombouw van de hand van Dieter Martini. Zo op het eerste gezicht compleet, maar in vreselijke conditie: schimmel, spinnenwebben, resten van een wespennnest(!), roestige bouten, een smerige en verweerde spiegelcoating – de toestand van de telescoop was nog erger dan het op de foto leek. De binnenkant van de kijker was zelfs mosgroen in plaats van zwart.
Maar gelukkig zag ik geen diepe krassen op de spiegel en ook geen houtrot, dus volgens mij was de kijker met wat liefde en vooral heel veel tijd nog wel te redden.

Maar hoe kan het dat zo’n bijzonder instrument er zo bij is komen te staan?

Het bleek dat de eerdere eigenaar van de telescoop een aantal jaren na de aanschaf van de telescoop is overleden, en dat de kijker vervolgens samen met een deel van zijn inboedel buiten onder dit afdak (van zijn zoon) terecht is gekomen. Dat is nu drie jaar geleden en sindsdien is de kijker simpelweg niet meer van zijn plek geweest. In die tijd heeft kou, hitte en vocht zijn slopende werk kunnen doen. De plaatselijke sterrenkundevereniging had volgens de zoon geen belangstelling (vrij bizar), dus dan maar op Ebay met dat ding.

Om een lang verhaal kort te maken: niet veel later stond er een vieze, beschimmelde 635mm f/4,2 Dobson in mijn tuin! Een 25″ telescoop. Een VIJf-EN-TWINTIG INCH telescoop. IN MIJN TUIN! Hoe WAZN kan een impulsaankoop zijn! Je moet even door de viezigheid en de half vergane coating heenkijken (letterlijk, want je ziet op sommige plekken de klinkertjes van de stoep door de coating heen), maar dan besef je toch al snel weer dat er een VIJF-EN-TWINTIG INCH telescoop in de tuin staat.

Hieronder een paar foto’s van de eerste opbouw van de telescoop. Het is een enorm bakbeest met een totale hoogte van 2.70m. De inkijkhoogte is (wanneer de kijker recht omhoog is gericht) maar liefst 2.15m. Een opstapje is dan nodig om er doorheen te kunnen kijken. Na wat rondvragen en zoekwerk op het internet blijkt het momenteel zelfs de grootste telescoop van Nederland te zijn. De grootste tot nu toe was de 60cm Dobson van Sterrenwacht de Weerribben.

Je ziet: in die drie jaar verwaarlozing is hij onzettend door de elementen te grazen genomen. De hoofdspiegel is heel vies en op veel plekken is de reflecterende laag verdwenen. Het is wel een kwaliteitsspiegel van het Duitse Alluna Optics, en tussen een doos met onderdelen en paperassen vond ik het testrapport terug. Geslepen in 2013 en een strehlratio van 0.97. Dat is enorm goed voor zo’n snelle joekel. De glasschijf is aan de rand 54mm dik en daarmee best een dikkert naar moderne maatstaven. Koeling zal broodnodig zijn, maar de telescoop heeft vreemd genoeg geen ventilatoren. Hij wordt ondersteund door een 18-punts spiegelcel. Binnenkort zal ik de spiegel voorzichtig in bad doen, en dan is de conditie beter te beoordelen. Een nieuwe coating is sowieso nodig, maar ik zie zo op het eerste gezicht geen krassen. De vangspiegel is wonderlijk genoeg in prima staat.

Binnenkort meer over de schoonmaak/herstelwerkzaamheden aan dit instrument (het eindresultaat daarvan kun je al een beetje zien op de foto bovenaan dit bericht)