Omdat de weersverwachtingen weer een heldere nacht voorspelden, heb ik de 127mm Maksutov ’s middags al buiten gelegd. Zo zou hij mooi op temperatuur zijn bij thuiskomst, en zou ik meteen kunnen beginnen met het tekenen van de maan bij hoge vergrotingen. De kijker was inderdaad prima afgekoeld, maar de atmosferische seeing bleek helaas slecht. Hierdoor bleef de bruikbare vergroting onder de 200x, met slechts heel af en toe een momentje haarscherp beeld.
Maar goed, ik moest en zou een schets maken, dus pakte ik vol goede moed mijn potlood erbij en begon aan het tekenen van Gassendi: een flinke krater van zo’n 110km in doorsnede aan de rand van de grote, met lava gevulde vlakte van Mare Humorum. Een deel van die lava is bij het ontstaan van Mare Humorum (waarschijnlijk ondergronds!) in de krater gevloeid, waardoor er aan de zuidwestelijke kraterrand een vrijwel vrije opening is ontstaan.
Op de kraterbodem waren veel onregelmatigheden te zien. Natuurlijk de overduidelijke centrale bergen, maar ook vage ringvormige structuren, concentrisch met de kraterrand.
Inmiddels stond de zon boven de krater vrij hoog, waardoor de beroemde “rimae” op de kratervloer helaas niet of nauwelijks meer zichtbaar waren (de seeing hielp ook niet mee uiteraard). Toch waren de piepkleine kratertjes in de hoofdkrater wél te zien. Ten zuidwesten van de centrale bergen zag ik er twee.
(Off topic detail: in de tuin was ondertussen een klein slachtpartijtje aan de gang: kat Puk had een spitsmuis gevangen, en het hoge gepiep van het arme beestje hield wel een minuut of tien aan, voordat de kat eindelijk besloot om hem alsnog op te eten.)