Tijdens de laatste waarneemavond op La Palma (afgelopen augustus) stond ik met mijn 35cm Dobson naast Pico de La Cruz. Op 2200m hoogte, in mijn uppie, doodstil en pikkedonker. Een waanzinnig mooie stek met uitzicht tot op de zuidelijke horizon, maar ook een zeer open windgevoelige plek. Die avond begon volledig windstil, maar helaas stak al vrij snel na de eerste telescoopwaarneming opeens een fikse noordenwind op. De dikke atlas waaide zowat weg en de kijker werd een windvaan, zelfs zonder lichtschild. De knalheldere hemel in combinatie met het gehuil van de wind om de rotsen was supergaaf, maar waarnemen was even geen optie.
Ik besloot daarom te schuilen in een klein nisje, net over de rand van de Caldera. Daar kon ik heerlijk beschut tegen de wind, liggend met mijn rug tegen de rotswand genieten van het uitzicht (en een meegebrachte Duvel). De Melkweg was echt krankzinnig spectaculair, in de Caldera hing een beetje nevel, en ik bedacht me dat ik daar best een tekeningetje van kon maken. Ik haalde mijn tekenspulletjes op, kroop weer lekker in mijn beschutte nisje en heb daar in ongeveer 45 minuten onderstaande schets gemaakt.
Vrijwel alle getekende stukjes La Palma-Melkweg zijn vanuit Nederland onzichtbaar, ofwel omdat ze niet boven de horizon komen, ofwel verdrinken in de lichtvervuiling. Hier was het een waanzinnig schouwspel. De Dark Horse Nebula was makkelijk herkenbaar als donker stofpaardje tussen Schutter en Schorpioen, maar ook de lange uitlopers van de voorpoten richting Antares, welke ik alleen van foto’s kende, waren perifeer zichtbaar. De Melkweg maakt boven Schorpioen sowieso een enorme uitstulping naar het westen – de gloed was herkenbaar tot net voor bij Antares. De grote maar zwakke uitloper naar Slangendrager was ook zichtbaar, bovenin de schets.