Dinsdagavond, net thuisgekomen na de late dienst, helder. De Maan is bijna vol en staat op een graadje of 30 boven de horizon in het zuiden. Aan enkele laagstaande sterren te zien lijkt de seeing heel behoorlijk en (met de prachtige waarneemsessie van zaterdagavond nog in het hoofd) rol ik de ombouw van de grote Dobson de tuin in. De eerste blik door het oculair valt wat tegen: de seeing is helaas niet zo goed als ik hoopte. Na een uurtje koelen met de ingebouwde ventilatoren knapt het behoorlijk op, maar het wordt helaas niet zo top als zaterdag. Op momenten met de minste luchtonrust ligt de maximaal zinvolle vergroting rond de 300x – ik besluit dat het goed genoeg is voor een maanschets!
Vooral Vallis Schröteri ligt er perfect bij, en schreeuwt: “schets mij, schets mij, schets mij!”, maar ik kies voor het meer bescheiden kraterduo Hansteen (45km) en Billy (46km). Bijna exact even groot, maar toch erg verschillend. Hansteen lijkt een wat diepere bodem te hebben en een centrale “piek” is zichtbaar, evenals wat terrassen en lichtere details op de bodem. Aan de zuidwestkant volgt een smalle Rima een ongebruikelijke route richting een duo van kleinere kratertjes, waaronder Hansteen B. De noordelijke kraterrand is minder uitgesproken en loopt subtiel over in een soort hoogvlakte.
Billy is compleet anders: helemaal volgelopen met lava, waardoor een donkere vlakke gietvloer is onstaan. Ook in de momenten van de beste seeing is vrijwel geen enkel detail op die bodem zichtbaar. De kraterrand is smal, steil en scherp.
Heel apart is het berggebied Mons Hansteen. Het heeft de vorm van een smalle waaier, of een brede voetafdruk. De bergen zijn felwit en liggen geïsoleerd in een wat donkerder vlak gebied. Het doet me een beetje denken aan Uluru in Australië. Veel detail zichtbaar: ribbels en kloofjes.
De schets is gemaakt op zwart papier met een wit pastelkrijtje (voor de achtergrond) en een wit + zwart pastelpotloodje voor de fijnere details. Visueel waren er nog veel meer en fijnere details zichtbaar, maar na meer dan twee uur schetsen vond ik het wel mooi geweest. Wat een heerlijk rustgevende waarneemsessie was dit!
Zaterdagavond: de hemel is prachtig blauw, de temperatuur is aangenaam en hoewel ik pas een weekje terug ben van La Palma begint het toch alweer te kriebelen.
Zo gauw het waarneemterrasje in de schaduw ligt rol ik de 25″ uit de schuur en zet ‘m op het volgplatform. Als snel spot ik Venus in de 8×42 verrekijker, en omdat ik nu weet waar ik moet kijken zie ik hem ook vrijwel direct met het blote oog. De zon is dan nét onder de horizon.
Hup, de kijker erop. Venus staat lekker hoog en de seeing is opmerkelijk goed! De planeet is natuurlijk veel te fel in de grote telescoop, maar een zeer sterk ND 1.8 filter maakt het allemaal een stuk aangenamer. De seeing is écht goed. Ik kijk bijna nooit naar Venus, maar ik weet wel dat het meestal niet meer dan een dansende toverbal is in de telescoop. Dit keer was het mooi zacht bolletje met een mooie duidelijke schiijngestalte. Ik baal dat ik geen juiste kleurfilters heb, want met alleen het ND filter vermoed ik al een zeer subtiele veeg vanaf de terminator richting het westen, aan de zuidkant van de planeet. Het zou misschien een wolkenstructuur kunnen zijn, maar het is zo subtiel dat ik eerder denk aan optisch bedrog. Toevallig appt @reflector dat hij op hetzelfde moment naar Venus kijkt, en hij noemt het “meer dan illusie”. Zou het dan toch…?
Kijken naar Venus
Venus met de telefoon door een 5mm Delite (532x!). Geen wolken te zien.
Door naar de Maan, die staat lekker hoog in het zuiden. Krankzinnig fel in het oculair (ook bij de hoogste vergrotingen) dus ook hier is het sterke ND filter een onmisbaar hulpmiddel. Normaal gesproken is de 75m Polarex mijn vaste maankijker, maar eerlijk gezegd: de 63,5cm Dob blaast hem vanavond van zijn sierlijke houten pootjes. Wat een scherpte! Ik zie zonder moeite vijf kleine kratertjes in Plato, en de rille in de Alpenvallei is 80/90% van de tijd zichtbaar, terwijl de zonnestand daar vanavond niet eens ideaal voor is. Ongelofelijk, goede seeing en veel opening blijkt weer eens een gouden combinatie!
De zuidpool van de Maan (met Clavius rechts) in de schemering, vanuit de hand met de telefoon door een 7mm XWA
Veel opening heeft nog een extra voordeel. Ik heb vrij veel last van floaters in mijn oog, die erg hinderlijk worden bij een kleine uittreepupil. De 75mm Polarex kan op de Maan prima vergroten tot 200x, maar de uitreepupil is dan 0.4mm. Haarscherp beeld, ook bij wat mindere seeing, maar vrij donker en floaters overal. Bij 150x is het al wat beter (uitreepupil 0,5mm), dus dat is bij de Polarex mijn meest gebruikte vergroting. Ter vergelijking: als ik met de 635mm 150x vergroot geeft dat een uitreepupil van maar liefst 4,3mm, en pas bij 1330x vergroting kom ik op een uittreepupil van 0,5mm uit. Floaters zijn bij zeer grote telescopen dus nauwelijks een issue. Seeing en teveel licht is dat wel, maar de seeing was erg goed, en voor fel licht heb ik dat ND filter (dank voor het lenen, @Steem).
De grote krater Copernicus is PRACHTIG! De zonnestand zorgt ervoor dat de kraterbodem nét gedeeltelijk wordt verlicht en de hoeveelheid details op die bodem is waanzinng. Alsof iemand een kruiwagentje met grijs puin en grind in de krater heeft gekieperd. De “terrassen” van de kraterrand zijn flinterdun en scherp begrensd en rondom liggen bergjes, kleine kratertjes en stukken puin die bij de inslag zijn ontstaan. Zeer indrukwekkend. Ik probeer het met mijn telefoon te fotograferen, maar de plaatjes halen het totaal niet bij visuele beeld.
Rechts Copernicus, links Erastosthenes. Met de hand door de 5mm Delite (532x).
Erastosthenes ligt er ook erg fraai bij, en de hoeveelheid detail lijkt nog behapbaar genoeg voor een schets, maar dan komt het grootste nadeel van deze telescoop om de hoek kijken: ik moet vanwege de kijkhoogte staand waarnemen, en staand schetsen gaat echt niet. Ik kan op de hoogste trede van de trap zittend waarnemen, maar daarvoor mogen objecten niet hoger dan 45 graden staan. Ik zal moeten wachten tot de maan wat lager staat, na middernacht.
Ondertussen wat Spielerei met de telefoon:
De Maan (verstopt achter de vangspiegel) staat precies tussen Algieba (boven) en Regulus (onder) in.
Rond middernacht begin ik vol goede moed aan mijn schets. Nu eens met grijs potlood op wit papier in plaats van pastel op zwart. De krater Erastothenes lukt aardig, het berggebied ten zuiden ervan wat minder en Stadius lijkt helemaal nergens op. De goede moed zakt me vrij snel in de schoenen en ik verkloot de tekening definitief met een poging tot verbetering met een zwarte inktpen. En als de seeing dan ook nog snel minder begint te worden houd ik het voor gezien.
Dus helaas, geen mooi slot maar wel een leuke waarneemavond gehad!